Als een werknemer in een auto van de zaak rijdt dan valt dit onder de “regeling privégebruik auto van de werkgever”. Als werkgever dient u dan een bedrag bij het loon van de werknemer op te tellen als compensatie voor het privé gebruik. Die zo genaamde bijtelling is meestal 22% van de catalogusprijs van de auto. Deze regeling geldt als de werknemer de auto meer dan 500 km per jaar privé gebruikt.
Bij ziekte van de werknemer, terwijl de betreffende auto ook dan ter beschikking staat, dan geldt de bijtelling voor privé gebruik ook over die periode. Ook auto’s die niet in eigendom van de werkgever zijn vallen onder deze regeling.
Als de werknemer een bepaalde vergoeding aan de werkgever geeft, dan mag dat bedrag van de bijtelling worden afgetrokken.
De bijdrage die de werknemer eventueel betaalt is alleen bedoeld voor het privé gereden kilometers. Alleen met overtuigend bewijs dat de werknemer niet meer dan 500 km per jaar rijdt kan er voor zorgen dat de werkgever niets bij het loon hoeft te tellen.
De bijtelling geldt voor het hele kalenderjaar, c.q. omgerekend naar een heel kalenderjaar, ook als de werknemer maar een korte tijd in de auto rijdt.