In het oude systeem werd een belangrijk deel van de hoogte van de WW-premie bepaald door de sector waarin de werkgever actief is. Dit was gebaseerd op de gedachte dat iedere sector haar eigen werkeloosheidsproblemen kent.
Vanaf 2020 geldt dezelfde hoge en lage premie, ongeacht tot welke sector de werkgever behoort. Het gaat hierbij vooral om het stimuleren van werkgevers om werknemers contracten voor onbepaalde tijd aan te bieden. Zo betaalt de werkgever een hogere WW-premie bij werknemers met een tijdelijke overeenkomst en een lagere premie bij een vaste aanstelling.
Als een vast contract binnen een jaar na aanvang wordt beëindigd of als de werknemer een WW-uitkering krijgt, zal voor de werkgever de hogere premie alsnog van toepassing zijn. Dit alles is een voortvloeisel uit de WAB, de Wet Arbeidsmarkt in Balans.